Opening expositie ‘Retrospectieve Leo Bervoets’ op vrijdag 15 december 2017 door de dochter van de schilder Els Bervoets.
Beste mensen, Willy en ik zijn heel blij dat jullie vanavond gekomen zijn en samen met Peter ter Braak, heten wij jullie van harte welkom.
Als dochter van kunstschilder Leo Bervoets, heb ik gedurende mijn hele jeugd samen met hem en mijn moeder deel uitgemaakt van het zelfde huisgezin. Ik heb hem dus van zeer nabij gekend (van bij mijn geboorte totdat ik 26 jaar oud was) en ik wil jullie daar graag iets over vertellen.
Toen ik geboren ben, was hij al op rijpere leeftijd. Toch was hij in mijn ogen nooit “een oude man”, en dat komt, denk ik, door zijn speelse fantasie, zijn openheid voor nieuwe ideeën en zijn groot inlevingsvermogen in mijn leefwereld. Ik heb hem ervaren als een heel lieve papa.
Toen ik een kind was, heeft hij veel met mij gespeeld, zijn we er samen op uit getrokken naar het park of naar de wandelterrassen aan de Schelde; we gingen af en toe naar een circusvoorstelling kijken, of naar de Sinksenfoor (dat is de kermis die elk jaar in Antwerpen plaats vindt vanaf Pinksteren tot einde juni). Thuis zaten we soms samen te tekenen of te schilderen en we hebben vaak gelachen.
Later, toen ik op de middelbare school zat, aten we altijd samen een vieruurtje, als ik van school kwam en ik vertelde hem dan over wat me bezig hield. Dat mondde vaak uit in lange, filosofische gesprekken over wat er toen allemaal gaande was in de maatschappij, de kerk, de politiek,… Het waren de late jaren zestig van de vorige eeuw, en, zoals u weet, gingen toen heel wat vastgeroeste zekerheden aan het wankelen.
Hij liep nooit mee met trends, want hij bleef steeds zichzelf, maar hij stond wel open voor nieuwe ideeën, voor andere levenswijzen, voor wat we vandaag diversiteit zouden noemen.
Dat merk je ook in zijn werken: hij belicht meestal mensen die wat aan de rand van de samenleving staan, op wie door sommigen wordt neergekeken: meisjes van lichte zeden en matrozen in de havencafés, kermisexploitanten, circusartiesten, rondtrekkende zigeuners,…
Hij was gefascineerd door het mooie, het poëtische, dat van hen uitging en hij brengt dat in zijn schilderijen opnieuw tot leven: de magie in de act van een koorddanseresje, de gezellige drukte bij een carnaval of in een havencafeetje, de ietwat dromerige blik van de vrouw die op de kermis het schietkraam openhoudt of het poppenkraam…
Hij schildert ze met veel respect en fijngevoeligheid.
Als kunstenaar werd hij geïnspireerd door het Antwerpse stadsleven, al lang voor ik er was. Ook over die periode wil ik u kort iets vertellen.
Hij werd geboren in Antwerpen in 1892, als derde in een gezin van 5 kinderen. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. In zijn jonge jaren werkte hij een tijdje in Nederland, in Veere. Hij verbleef ook in Parijs, waar hij kennis maakte met de modernistische stromingen in de schilderkunst.
Hij maakte deel uit van de tweede groep “Moderne Kunst” (die gesticht werd in 1927), samen met schilders als Ernest Albert, Paul Joostens en Oscar Verpoorten.
In de jaren twintig en dertig nam hij geregeld deel aan tentoonstellingen. Zowel kunstenaars, critici als kunstminnaars lieten zich lovend uit over zijn werk. Hij was als het ware een rijzende ster aan het Antwerps kunstfirmament.
Maar dan kwam Wereldoorlog II, waarbij de mensen vele andere beslommeringen hadden.
Na de oorlog werd hij overschaduwd door een jongere generatie. Toch bleef hij gestadig verder werken en stelde hij nog enkele malen tentoon.
Hij overleed in Antwerpen in 1978.
Willy en ik genieten dagelijks van zijn schilderijen die bij ons thuis aan de muur hangen. We willen ook jullie graag mee laten genieten. Daarom zijn we heel blij en dankbaar dat we in contact zijn gekomen met Peter ter Braak en dat hij ons voorstelde om in deze galerij een tentoonstelling rond het werk van mijn vader te organiseren.
Wij wensen jullie en alle bezoekers die nog zullen komen, veel kijkgenot!
Dank u.
Els Bervoets, 15 december 2017.