Jan Korthals – biografie
Jan Korthals is het klassieke voorbeeld van ‘het kind dat altijd met kleurpotloden en een schetsboek in de weer is’. Gestimuleerd door zijn oom, de schilder Marie Henri Mackenzie richt hij op acht- of negenjarige leeftijd in het ouderlijk huis zijn eerste atelier in. Maar een professionele opleiding als beeldend kunstenaar zit er niet in. Na de HBS moet hij aan het werk. Die eerste kantoorjaren tekent en schildert hij heimelijk in zijn atelier – hij wordt geacht te studeren voor zijn boekhouddiploma. Op zijn negentiende wordt hij lid van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging St. Lucas en twee jaar later krijgt hij subsidie van de Koninklijke Vereniging voor Steun aan Jeugdigde Beeldende Kunstenaars. Hiermee kan hij avondcursussen aan de Kunstnijverheidsschool bekostigen. Hij volgt er drie jaar avondlessen bij Hendricus IJkelenstam en bij de Vlaming Jos Rovers. In 1942 besluit Korthals zijn baan op te zeggen en zich volledig aan de kunst te wijden. De omstandigheden vallen, zeker in het begin, niet mee. Maar Korthals houdt zich staande en maakt weldra naam als schilder. Hij beoefent verschillende technieken en geniet vanaf de jaren vijftig ook bekendheid als illustrator van kalenders en boeken. Als hij in 1972 overlijdt, laat hij veel portretten, stadsgezichten, landschappen en een enkel bloemstilleven na.
Zie ook: Publicaties